Nostalgisch als ik ben dwalen de gedachten af naar woensdag 24 mei 1995, een dag vóór Hemelvaartsdag. Op die dag werd de nationale bekerfinale gespeeld, maar die dag ervoor was veel grootser te noemen. Plaats van handeling: Ernst Happel Stadion in Wenen, de nieuwe naam van het voormalige Prater Stadion. De twee ploegen die avond: AC Milan en… Ons aller Ajax, dat na tien wedstrijden op het hoogste podium in Europa nog altijd ongeslagen was…
Het begon allemaal op 14 september 1994 in het Olympisch Stadion. Tegenstander van toen was ook AC Milan, dat een jaar eerder deze prestigieuze beker had gewonnen. Verder waren AEK Athene en Casino Salzburg de tegenstanders in de poule. De algemene verwachting was dat AC Milan en Ajax zich wel zouden plaatsen voor het vervolg, ook in die volgorde. Het toernooi bestond louter uit landskampioenen, zoals dat mede gebruikelijk was toen het toernooi nog Europacup 1 heette. In die tijd mochten er maximaal drie buitenlandse spelers opgesteld staan in het elftal en de overige acht spelers dienden uit het land van herkomst van de club te komen. Ajax had met Finidi George, Nwankwo Kanu (beiden Nigeria) en Jari Litmanen (Finland) exact drie buitenlanders in de selectie. Op enkele uitzonderingen na waren de selectiespelers door de club zélf opgeleid om furore te gaan maken in het eerste elftal…
Waar de oude Europacup 1 bestond uit direct knock-out wedstrijden waren er dus nu poules te zien in het nieuwe toernooi met als naam Champions League. En achteraf gezien misschien maar goed ook, gezien de twee gelijke spelen tegen de Oostenrijkers. Ajax wist ondanks die twee gelijke spelen door te stoten naar de laatste acht als groepswinnaar. Tot tweemaal toe werd de bekerhouder zowel uit als thuis met 2-0 verslagen. Zou het dan tóch gaan gebeuren, tweeëntwintig jaar later?
Dan moest eerst het Kroatische Hajduk Split bedwongen worden in twee wedstrijden en dat ging niet vanzelf. In Split bleven beide ploegen steken op een doelpuntloos gelijkspel. Het moest dus in de return gebeuren, met in de wetenschap dat het met een tegendoelpunt weleens heel lastig kon gaan worden tegen deze stugge ploeg. De selectie van Louis van Gaal bleek ondanks het jeugdige karakter tóch routineus genoeg om de klus te klaren. Met name de teruggekeerde Frank Rijkaard speelde hierin een grote rol. Gepokt en gemazeld na zijn Italiaanse jaren wist hij de verbinding tot stand te brengen tussen de generaties….
De halve finale was bereikt. Een prachtig resultaat, maar men wilde meer. Tegenstander Bayern München had in de poulefase behoorlijk indruk gemaakt. De Duitsers zijn toonaangevend in hun land. Ajax reisde allereerst af naar de hoofdstad van Beieren. Met gemengde gevoelens keerden de Amsterdammers terug. Ook hier was er net als in Split een remise behaald zonder goals. Was dit nu een resultaat waarop men trots kon zijn of was het onvoldoende? Daar zou men in Amsterdam wel achter komen, twee weken later….
Achteraf gezien kunnen we stellen dat die tweede halve finale alles in zich had wat het Ajax van 1995 kenmerkte. Het opjagen van de tegenstander, het vroeg verstoren van de opbouw en de driftige en soms (te) druistige aanvalsgolven die volgden. Mooi om te zien was het zeker wel, maar ook gevaarlijk soms. Ajax nam al vroeg een voorsprong, maar al snel was er een Duits doelpunt als reactie. Met die 1-1stand was Bayern door naar de finale. Ajax herpakte zich op een manier, die iedere fan nog lang zal bijblijven met als absolute hoogtepunt die fenomenale uithaal van Finidi George. Dát doelpunt werkte als een bevrijding voor de Amsterdammers. Even na rust werd het verschil gemaakt door die andere buitenlandse smaakmaker in Amsterdamse dienst: Jari Litmanen. De twee andere doelpunten, keurig verdeeld over beide ploegen, kenden louter een statistische waarde…
Die finale dan…. En opnieuw is AC Milan de tegenstander. Zoals gezegd werd er al twee keer gewonnen van de Italiaanse bekerhouder en landskampioen. Maar die gegevens konden voor even elders gestald worden. In een finale telt maar één ding: Winnen!
Van Italianen kun je veel zeggen. Over het algemeen staan zij bekend om hun defensieve spelopvatting en verstaan zij de kunst als geen ander om het spel van de tegenstander te ontregelen. Daarnaast hebben zij wel degelijk offensieve kwaliteiten, veelal op een individu geschoeid. AC Milan wijkt niet veel van dit prototype af, zij het dat ze offensief meer brengen dan een gemiddeld mediterraans team.
Finales zijn over het algemeen niet de meest aantrekkelijke schouwspelen gebleken. Zo ook in deze wedstrijd. Beide teams zijn meer bezig met een schaakspel zonder dat zij in hun eigen sterkte kunnen komen. Met fysiek spel wordt Ajax ontmanteld met als grootste symboliek het (te) hoog geheven been van de Fransman Marcel Desailly jegens Litmanen. Aan de zijlijn met zoals altijd het notitieboekje in de hand volgt er een perfecte imitatie van de hoofdcoach van Ajax richting de vierde man. Dit zou zijn uitwerking niet gaan missen….
Het kan ook niet anders dan dat de ploegen gaan rusten met de brilstand. Mede doordat de laatste linie de sterkste blijkt te zijn van die twee teams op het veld. De routiniers Blind en Rijkaard laten zich gelden tijdens de thee. De coach laat hen even gaan en zet daarna de puntjes op de i. Zo komen beide ploegen volgepompt met instructies het veld op…
AC Milan lijkt het initiatief te pakken. De voet van Van der Sar op een volley van de vrijgelaten Simone voorkomt een Italiaans doelpunt. Van Gaal besluit in te grijpen en brengt de jeugdige Patrick Kluivert in voor Jari Litmanen. Langzaam maar zeker lijkt het te gaan uitdraaien op een verlenging, tot die ene minuut…
De sneltrein aan de linkerkant in de persoon van Marc Overmars weet de bal nét binnen te houden. Hij speelt Edgar Davids aan, die vervolgens de mee opgekomen Frank Rijkaard vindt. Die wil op zijn beurt een één-tweetje aangaan met Kluivert. De jonge spits laat de bal iets te ver van zijn voet springen, waardoor dat één-tweetje onmogelijk wordt. Echter ligt er ineens ruimte, zij het klein. Zvonimir Boban ziet het gevaar, maar Kluivert houdt het lichaam slim tussen de Kroaat en de bal. Hierdoor enigszins uit balans gebracht kan de jongeling niets anders toen dan een puntertje te geven. De uit zijn doel gekomen Sebastiano Rossi ziet tot zijn ontzetting de bal onder zijn lichaam door verdwijnen in het doel: 1-0!
Het wordt nog een hectische slotfase, waarin Milan op zoek gaat naar de gelijkmaker. Gek genoeg is de beste kans nog voor Ajax, maar de poging van Blind wordt gestuit door Rossi. Ajax weerstaat het slotoffensief en de ontlading is groot: Voor de vierde keer in de clubhistorie pakken de Amsterdammers de “cup met de grote oren”
Wat was nu precies de kracht van dit Ajax? Welnu, dat zijn en waren er nog wel wat. Laten we beginnen bij de samenstelling van de selectie, want iedere positie was dubbel bezet. Daarnaast waren er spelers binnen deze selectie die op meerdere posities uit de voeten konden. Daarnaast waren de taken per positie dusdanig uitgekristalliseerd dat men precies wist wat er verwacht werd. Voeg daarbij de florerende jeugdopleiding, waarvan de exponenten als snel een kans kregen in het eerste elftal en niet te vergeten de rol van de staf hierin. En zo kunnen we nog wel even doorgaan…
Het was de dag dat het bouwwerk gestalte kreeg. Het was ook de periode dat clubs met een goede jeugdopleiding daarvan de vruchten konden plukken en de spelers niet snel naar het buitenland zagen vertrekken. Maar vooral was het de tijd dat de buitenlandse spelers hun meerwaarde hadden binnen de selectie met hun kwaliteiten en extra’s.
Vijfentwintig jaar geleden alweer, wat vliegt die tijd. Maar vergeten doen we dit nóóit, nóóit meer!!!!!
Tekst Andre van der Voort